Cursusbeschrijving
Een bijzondere Inspiratie bron voor kunstenaars uit de twintigste eeuw
Het is een zeer oude gewoonte: op de Goede Vrijdag de kruisweg lopen in de kerkruimte of daarbuiten, langs een aantal afbeeldingen van de zogenaamde Via Dolorosa, de weg die Jezus van Nazareth na zijn veroordeling van het gerechtsgebouw van Pilatus naar Golgotha liep.
Toen de kruistochten waren afgelopen ontstonden nieuwe tradities. De verschillende plaatsen waar men stil hield, de zogenaamde staties, werden aangegeven met eenvoudige, genummerde kruisen. Deze werden later vervangen door afbeeldingen in de vorm van schilderingen of reliëfs. In de tijd van de Romantiek werd de devotie rond de kruisweg bijzonder populair en ging de kruisweg tot de standaarduitrusting van bijna elke nieuw te bouwen (Rooms Katholieke) kerk behoren, helaas vaak resulterend in afbeeldingen van een bedenkelijk artistiek gehalte… De meeste kruiswegen uit de negentiende eeuw kunnen ons nauwelijks meer verbinden met de spirituele bedoeling van het oorspronkelijke ritueel. Daarin gaat het om een concentratie op het lijden van de Christusfiguur, met de bedoeling dat wij in de spiegel van zijn lijden verbonden raken met het lijden van mensen uit onze eigen wereld. Voor veel mensen staan de veelal zoetige plaatjes van die traditionele kruisweg die concentratie in de weg.
In de twintigste eeuw, die zo nadrukkelijk door het leed van miljoenen mensen is gestempeld, kwam er behoefte aan een meer eigentijdse vormgeving van de kruisweg. De bijzondere intentie van de kruisweg – het verbinden van het lijden van Christus met het eigen lijden – heeft in de twintigste en in de eenentwintigste eeuw een aantal moderne kunstenaars geïnspireerd tot het maken van eigentijdse kruiswegen. In drie colleges bekijken we aantal moderne kruiswegen, zoals die van Albert Servaes, Jan Toorop, Aad de Haas, Barnett Newman en anderen.